Een uitnodiging om liefde te vieren!!

Dit is een bindend voorschrift,
het Mijne,
dat gij wederzijds geliefden zult zijn,
net zoals Ik uw geliefde ben. 

Een groter ‘liefdesfeest * ’ dan dit kan de mens niet bezitten,
met als doel dat de mens; 
zijn geestesadem zou kunnen neerleggen voor de degenen waar hij dol op is.

Gij zijt ‘degenen waar Ik dol op ben*,
in geval dat gij kunt doen zoveel als Ik opdracht gegeven heb tot u.

Niet langer zeg Ik u om slaven te zijn omdat de slaaf niet
beseft wat zijn meester doet.

Maar aan u degenen waar Ik dol op ben heb Ik alles verklaard,
wat Ik gehoord heb in de nabijheid van Mijn Vader,
Ik heb het aan u bekend gemaakt.

Gij hebt het Mij niet voorgelegd,
maar ik leg het u voor.

En Ik geef u tot doel,
dat gij heengaat en vrucht draagt en de vrucht van u, 
blijft met de bedoeling dat;
wat gij ook de Vader vraagt in Mijn naam,
Hij het aan u zal geven.

Deze dingen gebied Ik aan u,
omdat gij geliefden zou zijn,
wederzijds.


*(agapEn) = liefdesfeest / liefdesviering
*(Philoi) =iemand waar je dol op bent 


John 15;12-17
ScrTR● Greek New Testament Scriveners Textus Receptus
Jean-paul Goethals
 www.simplechurch.be
 
BLAAS DE SJOFAR… OF TOCH MAAR NIET?

De laatste jaren zien we in gemeenten een opmars van de sjofar,
en daarom ben ik gaan zoeken naar achtergronden van de sjofar,
de manieren waarop deze in het Oude Testament gebruikt werd,
en de bijbelse betekenis ervan.

Wat is de sjofar?
  
De sjofar is een ramshoorn, die in verschillende
groottes gebruikt werd en wordt in de Joodse samenleving. 
 
Er zijn diverse situaties waarin de sjofar in het Oude Testament gebruikt werd:

Communicatiemiddel

Als communicatiemiddel in de velden en bergen.
Zo hielden de herders contact met elkaar.
Dit gebeurde overigens niet alleen in Israël,
onder veel bergvolkeren werd dit middel gebruikt om elkaar in te seinen.

In de oorlog

Jericho was volkomen gesloten vanwege de Israëlieten:
er ging niemand uit en er ging niemand in.
Toen zei de Heere tegen Jozua:
Zie, Ik heb Jericho met zijn koning en zijn strijdbare helden in uw handen gegeven.
U, alle strijdbare mannen, moet rondom de stad gaan, de stad één keer rondtrekken.
Zo moet u zes dagen doen. Zeven priesters moeten voor de ark uit zeven ramsbazuinen dragen.
En u moet op de zevende dag zeven keer rondom de stad gaan,
en de priesters moeten op de bazuinen blazen.
En het zal gebeuren, als men de langgerekte toon op de ramshoorn blaast,
als u het bazuingeschal hoort, dat heel het volk een luid gejuich zal aanheffen.
Dan zal de stadsmuur instorten en het volk moet eroverheen klimmen,
 ieder recht voor zich uit. Jozua 6:1-5
Het volk juichte, toen zij op de bazuinen bliezen.
En het gebeurde, zodra het volk het bazuingeschal hoorde,
dat het volk een luid gejuich aanhief.
En de muur stortte in en het volk klom de stad in,
ieder recht voor zich uit, en zij namen de stad in. Jozua 6:20

Toen bekleedde de Geest van de Heere Gideon.
Hij blies op de bazuin, en Abiezer werd achter hem bijeengeroepen. Richteren 6:34

Als ik op de bazuin blaas, ik en allen die bij mij zijn,
dan moet u ook op de bazuin blazen, rondom heel het kamp, en zeggen:
Voor de Heere en voor Gideon!

Zo kwam Gideon met de honderd mannen die bij hem waren,
bij de rand van het kamp. Het was aan het begin van de middelste nachtwake,
net nadat zij de wacht weer hadden opgesteld.
Toen bliezen zij op de bazuinen en sloegen de kruiken die in hun hand waren aan stukken.
Zo bliezen de drie groepen op de bazuinen en braken de kruiken. Met hun linkerhand hielden zij
de fakkels vast en met hun rechterhand de bazuinen om daarop te blazen.
En zij riepen:
Het zwaard van de Heere en van Gideon!
En zij stonden rondom het kamp, ieder op zijn plaats.
Toen ging heel het kamp op de loop.
Ze schreeuwden het uit en vluchtten weg. 

Bij elke bazuinklank zegt het: Ha!
En van verre ruikt het de strijd,
en het hoort het tieren van de vorsten en het krijgsgeschreeuw. Job 39:28

Feestelijkheden

Toen Jehu naar buiten ging, naar de dienaren van zijn heer,
zei men tegen hem: Is alles goed? Waarom is deze krankzinnige naar u toe gekomen?
Hij zei tegen hen: U kent zelf de man en zijn geklaag.
Maar zij zeiden: Dat is een leugen, vertel het ons toch. En hij zei:
Dit en dat heeft hij tot mij gezegd:
Zo zegt de Heere: Ik heb u tot koning over Israël gezalfd.
Toen haastten zij zich en ieder nam zijn mantel en legde die onder hem op de treden van de trap.
Zij bliezen op de bazuin en zeiden: Jehu is koning geworden! 2 Koningen 9:11-13

Gods inzettingen

De bazuinen klinken bij het Jubeljaar (Leviticus 25:8-9) waarbij de bazuinen het Jubeljaar aankondigden.

Elk jaar, op het feest Rosj Hasjana worden de bazuinen geblazen.
Dit is de eerste dag van het Joodse Nieuwjaar, waarbij op de sjofar wordt geblazen.
Dit wordt ook Jom Hashofar ‘dag van de ramshoorn’ genoemd.
Rosj Hasjana is het begin van een periode van tien dagen van reiniging,
verootmoediging en vergeving, waarna Grote Verzoendag gevierd wordt. 

De Heere sprak tot Mozes:
Spreek tot de Israëlieten en zeg:
In de zevende maand, op de eerste dag van de maand, moet u een rustdag houden, een gedenkdag aangekondigd door bazuingeschal,  een heilige samenkomst.
U mag geen enkel dienstwerk doen en u moet de Heere een vuuroffer aanbieden.

De Heere sprak tot Mozes:
Alleen op de tiende dag van deze zevende maand is de Verzoendag.
U moet een heilige samenkomst houden. U moet uzelf dan verootmoedigen en de Heere een vuuroffer aanbieden.
Op diezelfde dag mag u geen enkel werk doen, want het is de Verzoendag,
om voor het aangezicht van de Heere, uw God, verzoening voor u te doen.
Voorzeker, iedere persoon die zich op diezelfde dag niet verootmoedigt,
moet van zijn volksgenoten worden afgesneden.
En elke persoon die op diezelfde dag enig werk verricht, die persoon zal Ik uit het midden van zijn volk ombrengen.
U mag geen enkel werk doen.
Het is een eeuwige verordening, al uw generaties door, in al uw woongebieden. Leviticus 23:23-31

Dit feest verwijst naar de wederkomst van Christus.

En dan zal aan de hemel het teken van de Zoon des mensen verschijnen;
en dan zullen al de stammen van de aarde rouw bedrijven en zij zullen de Zoon des mensen zien,
als Hij op de wolken van de hemel komt met grote kracht en heerlijkheid.
En Hij zal Zijn engelen uitzenden onder luid bazuingeschal,
en zij zullen Zijn uitverkorenen bijeenbrengen uit de vier windstreken,
van het ene uiterste van de hemelen tot het andere uiterste ervan. Mattheüs 24:30-31

Zie, ik vertel u een geheimenis:
Wij zullen wel niet allen ontslapen, maar wij zullen allen veranderd worden,
in een ondeelbaar ogenblik, in een oogwenk, bij de laatste bazuin. Immers,
de bazuin zal klinken en de doden zullen als onvergankelijke mensen opgewekt worden,
en ook wij zullen veranderd worden.  1 Korinthiërs 16:51-52

Want de Heere Zelf zal met een geroep,
met de stem van een aartsengel en met een bazuin van God neerdalen uit de hemel.
En de doden die in Christus zijn, zullen eerst opstaan. 1 Thessalonicenzen 4:16

Reflectie
 
Als we terugkijken op deze voorbeelden zien we in het geval van Jozua en Gideon,
dat God hen specifieke instructies gaf voor dat moment en voor die situatie.  
In het geval van de instelling van de Joodse feesten,
zien we dat dit een inzetting is die tot het einde van deze tijd volbracht zal worden.
Dus in de Joodse gemeenschap wordt de bazuin of ramshoorn geblazen op bepaalde tijden. 
De ramshoorn heeft voor het Joodse volk ook een symbolische betekenis want dit verwijst naar de ram die God aan Abraham gaf toen deze zijn zoon Izaak wilde offeren.
Voor de gelovigen uit de heidenen verwijst deze geschiedenis naar het offer dat de Vader aanbiedt in Jezus Christus,
het Lam dat voor onze zonden geofferd is. 

Jood of heiden

We zien de laatste tijd vaker in Evangelische en Charismatische gemeenten –
en in Messias belijdende gemeenten dat de sjofar steeds vaker gebruikt wordt in de dienst.
Terecht of niet? Ik wil proberen wat dingen op een rij te zetten.

Wij, de heiligen die uit de heidenen komen,
zijn geen Joden, en zijn niet gebonden aan deze Joodse inzettingen.
Lees hiervoor Handelingen 15:5-23. Vanaf vers 23:
En zij schreven door hun dienst het volgende:
De apostelen, de ouderlingen en de broeders groeten de broeders uit de heidenen die in Antiochië,
Syrië en Cilicië zijn. Wij hebben gehoord dat sommigen die bij ons vandaan zijn gekomen,
u met woorden in verwarring hebben gebracht en uw zielen hebben verontrust door te zeggen
dat u besneden moet worden en de wet moet onderhouden.
Wij hadden hun daar geen opdracht toe gegeven. Daarom heeft het ons, nadat wij het eens geworden waren,
goed gedacht enige mannen te kiezen en naar u toe te sturen met onze geliefden,
Barnabas en Paulus, mensen die hun leven over hebben voor de Naam van onze Heere Jezus Christus.
Daarom hebben wij Judas en Silas gestuurd, die hetzelfde ook mondeling zullen meedelen.
Want het heeft de Heilige Geest en ons goed gedacht,
u verder geen last op te leggen dan deze noodzakelijke dingen:
dat u zich onthoudt van afgodenoffers, van bloed, van het verstikte en van hoererij.
Als u zich ver van deze dingen houdt, zult u juist handelen. Vaarwel. 
 

Wij hebben Christus ontvangen, Hij leeft in ons!
Zeker, wij mogen mee feesten, maar het is niet zo dat we daardoor een juk van de Joodse wet op ons moeten leggen.
Want als we de sjofar of bazuin blazen, waarom doen we dit? 

Het Joodse volk gebruikt een sjofar om te gedenken dat God voorzag in een vervangend offer. 

Het Joodse volk gebruikt de sjofar om een jubeljaar aan te kondigen.

Het Joodse volk gebruikt de sjofar om het Rosh Hasjana in te luiden
om vervolgens een tijd van verootmoediging en reiniging in te gaan,
waarna men weer verzoend is met God op de Verzoendag. 
 
Zeker, wij verwachten het geluid van de bazuin,
we zien ernaar uit dat de Heere Jezus terugkomt en ons meeneemt naar het nieuwe Jeruzalem. 

Maar dat is voor ons, gelovigen uit de heidenen,
geen reden om de ramshoorn te blazen, te pas en te onpas.
Er is geen geestelijke betekenis aan te geven.
Wij bestaan uit geest, ziel en lichaam.
Als het niet voor de geest is, is het voor de ziel of het lichaam. 

Wordt de ramshoorn geblazen omdat deze zo indrukwekkend klinkt,
geestelijk lijkt, maar alleen onze ziel raakt en ons op deze manier onder een nieuw juk brengt? 

De ramshoorn die in Evangelische, Charismatische of andere niet Joodse samenkomsten geblazen wordt,
heeft als enig doel de dienst op te pimpen en mensen onder de indruk te brengen,
maar dit heeft niets met Gods inzettingen voor de niet-Joodse gelovigen te maken.
Anders wordt de sjofar een afgod en daaraan moet je niet blootgesteld willen worden en ook anderen niet mee belasten. 

Wij zien uit naar de laatste bazuin,
die door de Vader zelf geleid wordt, dat is de enige geestelijke bazuin,
en daar moeten we klaar voor zijn! 

Gerry  Goossens
Voor
www.simplechurch.be
 
Foto


Ik ben de wijnstok zegt Yeshua en gij de ranken.



Ik ben de wijnstok, de waarheidsgetrouwe, en de Vader van Mij, Hij is de landbewerker. Elke rank aan Mij, die geen vrucht draagt, Hij zal het wegnemen.
Maar zo velen als vrucht dragen, heeft Hij gereinigd, Zodat zij meer vrucht zullen dragen. Gij zijt reeds schoon, vanwege de woorden die Ik tot u gesproken heb, dus blijft gij bij Mij en Ik in u. Precies zoals de rank de mogelijkheid niet heeft, om fruit te dragen van zichzelf, als ze niet op de wijnstok blijft, op deze wijze kunt ook gij niet dragen, als gij niet in Mij blijft. De wijnstok ben Ik, en gij de ranken, deze dan die in Mij blijft en Ik in hem, deze draagt veel vrucht, omdat gij zonder Mij niets kunt maken. In geval iemand niet in Mij verblijft, word hij weggegooid als de ranken en hij verdord, en word verzameld en in het vuur gegooid om te worden verbrand. In het geval echter dat gij in Mij blijft, en de rhema woorden van Mij in u zullen verblijven, in dit geval mag u er van genieten, en gij zult vragen en het zal aan u vervuld worden. 


 Naar yukhanan 15 /  John 15 

 
EEN
BEMOEDIGING VOOR MENSEN DIE GEBLOKKEERD ZIJN.


Toen Jezus naar de tempel te Jeruzalem reed op een ezelin met haar veulen gebeurde er het volgende.

En Jezus ging de tempel van God binnen en dreef
allen die in de tempel verkochten en kochten naar buiten, en keerde de tafels
van de wisselaars om en de stoelen van hen die de duiven verkochten. En Hij zei
tegen hen: Er is geschreven: Mijn huis zal een huis van gebed genoemd worden;
maar u hebt er een rovershol van gemaakt. 
En er kwamen blinden en kreupelen bij Hem in de
tempel in Hij genas hen. Toen de hogepriesters en schriftgeleerden de wonderen
zagen die Hij deed, en de kinderen die in de tempel riepen: Hosanna, de Zoon van
David! namen zij Hem dat zeer kwalijk. Mattheüs
21:12-16

Jezus ging de tempel binnen, met de bedoeling om mensen te leren uit de Schriften,
maar Hij werd afgeleid door de handelaren en geldwisselaars. Die zaten daar
omdat iedereen voor het Pascha naar Jeruzalem was gekomen om een offer te
brengen in de tempel.
WILT U WETEN HOE HET VERDER GAAT.
LEES VERDER EN DOWNLOAD ONDERSTAAND DOCUMENT / WOORD
een_bemoediging_voor_mensen_die_geblokkeerd_zijn.doc
File Size: 25 kb
File Type: doc
Download File

 
  


  


  

 
Wat Jezus in het zand schreef.

In Johannes 8 ; 1-16 leest u in de Bijbel een verhaal van de farizeen en schrifgeleerden die een overspelige vrouw bij Jezus brengen, en vragen aan Hem om over de vrouw te oordelen, maar Jezus zit neer en schrijft in het zand.
In deze studie wil ik u aan de hand van de textus receptus (grondtekst) en de Hebreeuwse geschiedenis verhalen wat er zich daar op die plaats afspeelt. De contexten vind u onderaan terug zodat u alles in uw eigen Bijbel kunt terug herlezen.


Wat Jezus in het zand schreef. 
Toen Jezus aan de voet van de olijfberg verbleef, kwam Hij vroeg in de morgen naar de tempel.
Daar was reeds een hele massa mensen toegestroomd omdat ze Hem wilden horen spreken.
En Jezus begon de mensen te leren over het Koninkrijk van Zijn Vader. 
Plots ontstond er tumult op de plaats waar Jezus in het zand was gaan neerzitten.
Een groepje mensen die de geschriften kenden, maar ze niet in liefde uitvoerden, 
brachten een vrouw met zich mee die ze op heterdaad betrapt hadden op overspel,
en ze voerden deze vrouw voor de Heer Jezus in het midden van het plein.

Meester, spraken ze Hem aan; deze overspelige vrouw hebben wij op heterdaad betrapt ,
de wet gebied ons deze vrouw te stenigen.
En teneinde iets te kunnen vinden tegen Hem, vroegen ze aan Hem,
wat hebt U daarover te zeggen?
Hierdoor hoopten ze de Heer Jezus te kunnen afwijzen,
zonder zelf al teveel gezichtsverlies te lijden voor de mensenmassa. 

Maar Jezus boog voorover en begon iets langzaam met cirkelende bewegingen van Zijn vinger in het zand te schrijven. 
De schriftgeleerden voelden zich eerst wat verveeld omdat Jezus blijkbaar geen aandacht aan hun vraag scheen te schenken.
En ze vroegen zich af wat Hij daar toch allemaal aan het schrijven was in het zand?
Nieuwsgierig geworden naar wat Hij daar deed, en hopende op een antwoord op hun vraag,
kwamen ze nog wat dichterbij Jezus staan.

En opnieuw stelden ze Hem aarzelend de vraag wat ze met de overspelige vrouw moesten aanvangen.
Maar Jezus bleef zonder op te kijken met Zijn vinger cirkelend in het zand schrijven.
En toen ze Hem herhaaldelijk bleven de vraag stellen, keek Hij hun plotsklaps aan en zei;
Wie onder u nog nooit gezondigd heeft tegen God, dat hij dan de eerste steen werpe naar deze vrouw!!! 
En zonder verder nog iets te zeggen boog Jezus zich weer voorover en ging verder om met zijn vinger in het zand te schrijven, verschrikt keken ze toe hoe Hij hun namen en hun zonden in het zand schreef.
Ze wisten plots dat Jezus hun zieke en slechte hart had doorgrond, en dat hun gedachten en gevoelens geen geheim meer voor Hem waren. 

Plots zagen ze dat Hij de Zoon van God was,die iedereen beoordeeld naar zijn daden. 
Ze waren als een veldhoen die vreemde eieren bijeen vergaart, maar ze niet uitbroed.
Afwijkende van de God van Israel die iedereen verwacht.
Hun namen schreef Hij daar in het zand omdat ze de springader van het levend water verlaten hadden 
En beschaamd geworden gingen ze weg van Hem , de oudsten eerst, de een na de ander verliet Hem.
En toen Jezus de laatste naam in het zand geschreven had ,keek Hij op en zag alleen de vrouw nog staan.

Zijn uw oordelers er niet meer vroeg Hij aan de vrouw?

Neen Heer geen een meer, antwoorde zij Hem.
 En Hij sprak tegen haar, 
“Zoals niemand onder hun u veroordeelt heeft ,zal ook Ik u niet veroordelen ;ga naar huis vrouw en zondig niet meer "

Tot de achtergebleven mensenmassa zei Hij; Zie deze les,
jullie oordelen naar wat in het vlees is, maar Ik weet wie Mij gezonden heeft, en oordeel zo niet.
Mijn oordeel is waarachtig omdat Ik niet uit Mijzelf oordeel.
Ik ben niet alleen daarin, maar uit de Vader die Mij gezonden heeft.
Ik ben het licht der wereld;die Mij volgt, zal in de duisternis niet wandelen, maar zal het licht des levens hebben.

Jeremiah 17:13

" Yahweh de hoop van Israél , allen die U
verlaten zij zullen beschaamd zijn, zij die zich omdraaien en zij die verlaten,
in de aarde zullen ze geschreven worden, want zij verlaten  Yahweh de fontein
van levend water " Textus receptus 
 

Op basis van de Schrift uit het Evangelie naar Johannes8 ; 1-16 & Jeremia 17; 9-13.

Jean-paul Goethals voor www.simplechurch.be
 

Er gaan zo van die hardnekkige mythes  rond.
Bijvoorbeeld “ Zoals deze mens zou ik moeten zijn “
 ja mocht ik maar zoals deze mens zijn,
en de tijd hebben om in mijn Bijbeltje lezen,
mocht ik maar dit of dat doen,
dan zou je zien dat ik perfect ben.

We groeien vaak in de kerk op met een superzelfbeeld,
en ons ware zelf wie we eigenlijk echt zijn,
word bedolven onder idoolbeelden,
want we willen perse worden zoals hun,
zodat iedereen zal kunnen zien dat we zo goed zijn, 
inclusief God.

In onze baby opgroeiperiode worden we geleerd,
dat we perfect moeten zijn,
en men zegt dat je volwassen word door dit of dat te doen,
er word ons een evangelie gepredikt van redding door doen,
waarbij het evangelie van genade in de doofpot word gestopt
.

En we proberen wanhopig,
maar echter zonder resultaat,
om precies zo goed te worden als onze zelfgemaakte idolen,
ons ware zelf proberen we zo diep mogelijk te verstoppen,
want emoties en gevoelens mag men niet hebben,
men moet een perfecte super heilige worden,
zo beweert men dan!!

Maar wij zouden het lef niet moeten hebben, 
om te beweren dat we zo perfect  zijn,
zoals onze idolen die zich nogal lovend over zichzelf uitlaten .
 

Want zie je,
dit is nu precies hun probleem.
Ze vergelijken zichzelf onderling met elkaar,
met de mate van zichzelf,
en hun eigenwaarde meten ze af,
doormiddel van hun eigengemaakt zelfbeeld,

Dit is toch al te gek,
want over dit soort heerschappij dat wij niet bezitten, 
zouden wij ook niet moeten opscheppen.

Voor ons echter,
zou het de mate van vertrouwen in de Heer moeten zijn die telt, 
jazeker daar zouden we ons moeten naar uitstrekken.

En wie dus het opscheppen niet kan nalaten,
zou beter opscheppen over het goede wat de Heer gedaan heeft,
en niet over zichzelf.
Want wie zichzelf vol lof aanbeveelt is van geen betekenis,
het gaat er immers om dat de Heer jou aanbeveelt.
 
Een vertaling in het Nederlands uit de Textus receptus 'John 10: 1-42 '

Over de ideale Herder.

1 Waarlijk, ja zo is het, ‘Ik ben’ zegt tot u: degene die niet inkomt door de ingangspoort in de openlucht tuin van de schapen, maar langs een andere weg opklimt, deze is een steler die plundert.
2 En de ene, inkomende door de ingangspoort is van de schapen, herder.
3 De poortopziener maakt open voor deze ene, en de schapen zij horen de toon van hem. En de eigen schapen roept hij bij hun naam naar beneden, en leid ze voorwaarts uit.
4 En wanneer hij de eigen schapen uitzend, reist hij voor hun uit, en de schapen volgen hem na op dezelfde weg, omdat zij vertrouwd zijn met zijn toon van spreken.
5 Maar met een buitenstaander zullen zij niet op dezelfde weg gaan, want zij zullen van hem wegrennen, omdat zij niet vertrouwd zijn met de toon van spreken van de buitenstaander.
6 Deze raadselachtige illustratie sprak Yeshua tot hen, maar zij begrepen niet welke dingen het waren dat hij tot hen sprak.
7 En opnieuw sprak Yeshua tot hen, waarlijk zo is het, ‘Ik ben’ leg u dit voor, Ik ben de ingangspoort van de schapen.
8 Allen, zo velen die voor mij kwamen, zijn stelers en plunderaars, maar van hen begrepen de schapen niets.
9 Ik ben de ingangspoort, als omwille van mij iemand zal binnentreden, zal hij inkomende gered worden, en uitkomende zal hij zich verspreiden en weidegrond vinden.
10 Nee de steler komt niet dan in deze volgorde, om te stelen en haastig met vuur scheidend te vernietigen. Ik kwam omdat ze leven zullen hebben, en meer dan overvloedig zullen ze het hebben .
11 De ideale herder ben Ik, de ideale herder legt zijn geestesadem neer omwille van de schapen.
12 En de huurling die enkel betaald word voor zijn diensten, is alsook geen herder, en de schapen zijn ook niet eigen aan hem, hij is enkel een toeschouwer van de komst van de witharige wolf, laat de schapen alleen achter en rent weg, en de witharige wolf neemt hen met geweld tot zich en doet de schapen op de vlucht slaan.
13 En de huurling die enkel betaald word voor zijn diensten vlucht weg, omdat hij enkel degene is die betaald word voor zijn diensten, en de schapen voor hem van geen belang zijn.
14 Ik ben de ideale herder, en ‘Ik ben’ begrijp de mijne, en onder de mijnen word ik begrepen.
15 Net zoals de Vader mij begrijpt, en ik de Vader begrijp, en mijn geestesadem leg ik neer omwille van de schapen.
16 En nog sommige andere schapen houd ik, welke niet vanuit de openluchttuin zijn, en ook dezen hebben het nodig om door mij geleid te worden, en de toon van mijn spreken zullen zij horen, en het zal één kudde worden en één herder.
17 Hierom heeft de Vader mij lief, omdat ik mijn geestesadem neerleg en ik het vervolgens opnieuw zal verkrijgen.
18 Niet één neemt het van mij weg, maar van mijzelf leg ik het neer, ik heb de bevoegdheid om het neer te leggen, en ik heb de bevoegdheid om het terug te nemen. Dit voorschrift accepteer ik van mijn Vader.
19 Toen viel er terug een kloof tussen hun behorende tot Jehudah, omwille van zulke gezegden.
20 En velen onder hen legden dit voor, hij is gegrepen door een demonisch wezen en hij ijlt als een gek, waarvoor geeft gij hem gehoor.
21 En weer anderen hebben dit geuit, deze uiting is niet van één die gegrepen is door een demonisch wezen, want geen enkel demonisch wezen is bij machte het zicht te openen van een die met ondoorzichtigheid omhuld is.
22 En het was nu Hanukkah geworden in Jerushalaim, en het was winterseizoen.
23 En Yeshua wandelde rond in het tempelgebied, in Shlomo’ s colonnade.
24 Dus deze van Jehudah omsingelden hem, en legden dit aan hem voor, hoelang nog houd gij onze ziel in spanning, als gij de gezalfde zijt, zeg het ons dan publiekelijk.
25 Yeshua begon tot hen te spreken, ik vertelde het jullie reeds, en jullie hebben in mij geen vertrouwen. De werken welke ik doe in mijn Vaders naam, deze getuigen over mij.
26 Maar jullie hebben in mij geen vertrouwen want gij zijt niet vanuit de schapen, deze van mij, precies zoals ik gezegd heb tot u.
27 De schapen, deze van mij, zij begrijpen mijn toon, en ik begrijp hen, en zij volgen mij op dezelfde weg. 
28 En gelijkerwijze geef ik eeuwig leven aan hen, en tot in eeuwigheid zullen zij zeker niet vernietigd worden, en geen een zal hun wegplukken vanuit mijn hand.
29 Mijn Vader, die hen aan mij gegeven heeft is groter dan allen, en niet een is bij machte ze weg te plukken vanuit de hand van mijn Vader.
30 Want Ik en de Vader wij zijn één.
31 En opnieuw namen zij die behoren tot Jehudah stenen op, met de bedoeling dat zij hem zouden stenigen.
32 Yeshua begon tot hen te spreken, vele ideale werken heb ik u getoond vanuit mijn Vader, omwille van welke van de werken stenigt gij mij?
33 Voor zichzelf een besluit makende begonnen deze die behoren tot Jehudah te spreken, omwille de ideale werken stenigen wij u niet, maar omwille lastering van de opperste Goddelijkheid, en omdat gij een menselijk wezen uzelf opperste Goddelijkheid maakt.
34 Yeshua reagerende tot hen, is het dan niet geschreven in uw Torah “Ik (Asaf) was het die gezegd hebt dat gij mensen
zijt godheden? Ieder van u een zoon van de Hoogste ” (psalm 82-6.
35 Als deze hen dan “godheden” noemde, tot wie het woord van de opperste Goddelijkheid kwam, maar welke het niet mogelijk was de Tanakh los te maken. 
36 Wie heeft de Vader dan geheiligd en apart gezet tot in de wereld. Gij zegt “Gij lastert de opperste Goddelijkheid”
ziende dat ik gezegd heb “ de Zoon van de opperste Goddelijkheid ben Ik.
37 Als ik dan de werken van mijn Vader niet doe, stel dan geen vertrouwen in mij.
38 Maar als ik doende ben, en gij in mij geen vertrouwen stelt, vertrouw dan in de werken, omdat gij wetende zult zijn, en gij erop zult vertouwen dat de Vader in mij rust, en Ik in Hem ruste.
39 Opnieuw zochten zij om met geweld de hand aan Hem te slaan, maar Hij kwam van onder hun handen uit.
40 En hij vertrok terug naar de andere kant van de Jordanes, tot in de plek waar Joannes voorheen onder gedompeld had, en Hij bleef daar.
41 En velen kwamen tot Hem en zeiden,  dat Joannes waarlijk niet een teken deed, maar dat alles wat Joannes gezegd had betreffende deze Ene man, waarheid was.
42 En vele mensen daarginds stelden hun vertrouwen in Hem.


A scrivener, about the sayings and thoughts of Father God.
ScrTR● Greek
New Testament Scriveners Textus Receptus
Jean-paul Goethals voor 
www.simplechurch.be
 
Eerst viel Gods Geest op de gelovige Joden toen ze in de bovenzaal waren samengekomen, pas later viel Gods Geest op de heidenen. De apostel Petrus was ten huize van Cornelius een Romeinse centurion over honderd uit een squadron, welke hun bijnaam was,“zij die uit Italië komen”. En terwijl Petrus  tot hun het goede woord sprak viel de heilige geestesadem op dezen die het woord aanhoorden.Lees hieronder de context uit de grondtekst,
en_een_zekere_man_die_in_kaisareia__een_plaats_te_palestin.pdf
File Size: 10 kb
File Type: pdf
Download File